Open leermateriaal toepassen op school is een kwestie van materiaal vinden en aan de slag. Maar het heeft meer impact als open lesmateriaal structureel en consequent wordt gebruikt als toevoeging aan de bestaande methode. Dat heeft wat meer voeten in de aarde. Het vereist inspanningen in de hele organisatie, variërend van training, en kennisdeling tot ontwikkeltijd en evaluatie.
Of open lesmateriaal moeilijk is in te passen op school hangt van enkele factoren af. In de eerste plaats zal de ene docent gemakkelijker omgaan met open materiaal dan de ander. Daarom is het belangrijk om het gebruik van open educatief materiaal te verweven door de organisatie. Als de visie van de school en het leermiddelenbeleid hierin voorzien, dan maakt dit het niet alleen gemakkelijker voor alle docenten om aan de slag te gaan met open leermateriaal. Het zorgt er ook voor dat dit consequent kan gebeuren en een structurele toevoeging aan het curriculum wordt.
Het gebruik van open educatieve bronnen biedt veel voordelen. Maar één van de belangrijkste criteria voor scholen om het toe te passen, is of het past bij de leerdoelen. Daarbij is het belangrijk om te bedenken dat dit niet alles zegt. Een instructievideo kan bijvoorbeeld bepaalde leerdoelen raken, maar leerlingen zullen toch ook met het geleerde moeten oefenen. Een ander aspect is dat lesmateriaal niet eendimensionaal is: in een les Nederlands kunnen bijvoorbeeld bepaalde leerdoelen uit het vak aan de orde komen, terwijl er via ditzelfde lesmateriaal ook wordt gewerkt aan digitale geletterdheid.
→ VO-Content schreef een whitepaper over leerdoeldenken: wat, waarom en hoe?
→ Hoe organiseer en implementeer je vanuit leerdoelen? Nog een whitepaper van VO-Content
→ Leer bij SLO hoe je een curriculum samenstelt voor jouw lessen of school, bijvoorbeeld met open leermateriaal!
“Je hebt vaak te maken met leerlingen die maatwerk nodig hebben. Door op zoek te gaan naar specifieke lesprogramma’s kan je een leerling beter begeleiden.”
Elle Peters, beleidsadviseur bij De Onderwijsspecialisten
Als we het hebben over open lesmateriaal, dan gaat het bijna uitsluitend om digitaal materiaal. Het is gratis online te publiceren, eenvoudig te verkrijgen en ook gemakkelijk aan te passen. Vaak is om het materiaal te kunnen gebruiken algemeen beschikbare software of een webbrowser voldoende. Om het materiaal te kunnen maken, aanpassen en zelf delen kan meer nodig zijn, bijvoorbeeld een gratis account op een platform als Wikiwijs. Daarnaast moet het materiaal op een overzichtelijke manier aan de leerlingen worden aangeboden via bijvoorbeeld een ELO of leerplatform.
Om docenten te trainen in het vinden, gebruiken en maken van open lesmateriaal, biedt Impuls Open Leermateriaal de training ‘Aan de slag met open leermateriaal‘ aan. Ook is er veel kennis online te vinden. Denk aan artikelen op Kennisnet of VO-Content en de kennisbank van WikiWijs. Elk educatief online platform heeft tutorials en FAQs om gebruikers wegwijs te maken. Het is belangrijk dat docenten hierin duiken zodat ze er het maximale uit kunnen halen. Daarbij is het belangrijk dat ze die tijd en ruimte krijgen, zodat ze niet in de avonduurtjes aan de gang hoeven.
Daarbij zal de ene docent verder zijn dan de andere. Door de ruimte te geven om kennis en ervaringen te delen, ook met andere scholen, wordt het proces aanzienlijk versneld.
Met open lesmateriaal is veel mogelijk. In veel gevallen mag je het gebruiken en volledig naar eigen inzicht aanpassen. Dat betekent niet dat alles zomaar kan en mag. Ook open lesmateriaal is voorzien van licenties met voorwaarden waaraan je je moet houden. De Creative Commons-licenties voorzien in veel vrijheden, zolang je maar bijvoorbeeld de originele auteur noemt en geen geld verdient aan het materiaal. Maar er wordt ook kosteloos materiaal ter beschikking gesteld wat vrij gebruikt, maar niet aangepast mag worden. Denk aan lesmateriaal van musea of erfgoedinstellingen. Kijk altijd goed wat wel en niet mag, je bent zelf verantwoordelijk dat je je daaraan houdt.
→ Lees alles over auteursrecht
→ Auteursrecht en internet: wat mogen scholen wel en niet?
→ Auteursrecht en Wikiwijs
Als het gebruik van open lesmateriaal eenmaal goed en wel is geïmplementeerd, wordt het tijd om te evalueren. Maar hoe meet je de resultaten van open leermateriaal? Daar is geen eenduidig antwoord op. Om goed te kunnen evalueren, is het belangrijk dat je aan het begin van het traject al duidelijke doelen stelt. Dat zijn niet altijd harde criteria, zoals betere cijfers. Een leerlingtevredenheidsonderzoek kan ook wijzen op meer motivatie bij projecten of afwisselende lessen.
Ga er niet vanuit dat elk verandertraject meteen resultaat boekt. Een nieuwe manier van werken moet inslijten, ook bij leerlingen. Er zal vast eens iets misgaan, de organisatie moet dat wel kunnen dragen.
Wil je dat jouw school de stap maakt naar meer structureel gebruik van open leermateriaal? Dan biedt Impuls Open Leermateriaal de handvatten om die stap te zetten. Op deze site vind je informatie waarmee je als organisatie open lesmateriaal kunt inpassen binnen de organisatie. Je leest hoe je het een plek kunt geven, zodat het onderdeel wordt van de identiteit van je school. Ook vertellen we je hoe medewerkers en leraren gemotiveerd raken om het structureel in hun lessen te gebruiken. Sluit je daarom aan bij onze community en blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen.