Als je een goede les, opdracht of toets hebt gemaakt, dan is het natuurlijk mooi als zoveel mogelijk andere mensen daarvan profiteren. Daar profiteer je zelf ook weer van. Het is dus belangrijk om open leermateriaal vindbaar te maken. Dat heb je deels zelf in de hand. Met deze tips kunnen gebruikers jouw open lesmateriaal goed vinden.
Goed vindbaar materiaal helpt iedereen. Voor mensen die op zoek zijn naar open leermateriaal is het fijn als ze snel datgene vinden wat voldoet aan hun wensen. En voor jou als maker van het lesmateriaal is het ook fijn als het goed te vinden is. Niet alleen geeft het voldoening om anderen te helpen, jouw materiaal wordt er ook beter van doordat anderen feedback geven en zet het jou en je school op de kaart als toonaangevende organisatie.
Belangrijk onderdeel van het vindbaar maken van jouw materiaal is hoe je het presenteert. Ongeacht het platform waarop je het deelt, is het zaak om in een oogopslag duidelijk te maken wat de les inhoudt en waarom het interessant is. Zorg voor een pakkende, duidelijke titel. Voeg ook een kort intro toe van een paar zinnen, waarin je duidelijk maakt wat de gebruiker kan verwachten. Als dit uitnodigt tot het openen van de lessen, dan is de kans groter dat gebruikers in jouw materiaal vinden wat ze zoeken.
Om het lesmateriaal dat je hebt gemaakt goed vindbaar en bruikbaar te maken, geef je het in eerste instantie uit onder de juiste licentie. Leermateriaal is open als het gratis beschikbaar is, gedeeld kan worden en naar wens mag worden aangepast. Uitgeven in het publieke domein is daarom een optie, maar daarmee geef je wel het auteursrecht uit handen en krijg je geen credits voor je werk. Een betere optie is dan de Creative Commons-licentie, die er in verschillende varianten is. De CC BY-licentie (Naamsvermelding) bepaalt dat iedereen jouw materiaal mag delen en aanpassen, maar wel altijd de auteursnaam moet vermelden. De CC SA-licentie (GelijkDelen) bepaalt dat al het afgeleide werk ook weer van dezelfde licentie voorzien moet worden. Een combinatie van deze twee licenties, CC BY-SA dus, is gebruikelijk. Het geeft je collega’s in het onderwijs maximale vrijheid om je materiaal aan te passen, te hergebruiken en te verspreiden.
→ Auteursrecht en internet: wat mogen scholen wel en niet?
→ Auteursrecht en Wikiwijs
Om jouw materiaal vindbaar te maken op de verschillende platformen is de juiste metadata van groot belang. Zodra je lesmateriaal beschikbaar maakt op bijvoorbeeld het Wikiwijs-platform krijg je de optie om een keur aan extra informatie aan te vinken. Dat varieert van basale informatie zoals het soort onderwijs (PO, VO of anders), het vak en het leerjaar tot het type bestand, type materiaal (les, opdracht, test etc.) en de kerndoelen. Hoe nauwkeuriger je dit invult, hoe gemakkelijker het wordt voor anderen om te vinden wat ze nodig hebben.
Zorg er ook voor dat voor gebruikers duidelijk wordt wanneer het materiaal gemaakt is en wanneer het voor het laatst bijgewerkt is. Zo kunnen ze gemakkelijk beoordelen of het actueel genoeg is.
“Doordat we open leermateriaal willen gaan gebruiken, creëren we flexibiliteit waarbij we leerlingen zo goed mogelijk kunnen bedienen.”
Marcel Jansma, Het Westeraam Elst
Bij het maken en delen van open leermateriaal ben je nergens toe verplicht. Maar wil je dat jouw lesmateriaal zoveel mogelijk impact heeft, dan kan het lonen om het te delen via een platform dat gespecialiseerd is in open leermateriaal. In Nederland is Wikiwijs de norm. Dit platform biedt talloze lessen voor elk niveau en over elk onderwerp en is bovendien makkelijk doorzoekbaar. Daarnaast zijn de lessen die je daarop publiceert ook meteen vindbaar in Google.
Naast Wikiwijs zijn er ook commerciële, internationale platformen als LessonUp, Learnbeat en Gynzy waarop je leermateriaal kunt delen. Dit kan alleen als je een (betaalde) licentie hebt afgenomen. Op LessonUp kun je wél lesmateriaal zoeken en gebruiken zonder een licentie af te nemen. Maak je gebruik van zo’n platform, let er dan op dat je je materiaal weer makkelijk kan meenemen als je in de toekomst andere applicaties wil gebruiken.
Zodra je het open lesmateriaal hebt gepubliceerd, is het handig om zoveel mogelijk mensen te laten weten dat ze het kunnen vinden en gebruiken. Hoe breder je netwerk van gebruikers, hoe meer jouw materiaal gebruikt kan worden en hoe groter de impact. Gebruik je social media? Ben je lid van online community’s? Heeft je school een website? Deel gerust een linkje naar je materiaal. Vraag ook je collega’s en sectiegenoten om hetzelfde te doen. Hoe breder je materiaal gedeeld wordt, hoe beter de feedback wordt en hoe meer mensen ervan profiteren.
Ben je geïnspireerd om zelf aan de slag te gaan, maar zoek je meer informatie over hoe je moet beginnen? Impuls Open Leermateriaal stimuleert het gebruiken en het maken van open lesmateriaal door scholen, docenten en experts bij elkaar te brengen. Makers kunnen zo hun creativiteit en ervaring kwijt in het maken van vrij lesmateriaal dat actueel, passend en school- en vakoverstijgend is, terwijl ze daarbij gesteund worden door de volledige organisatie. Sluit je daarom aan bij onze community en blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen.