“Met open (digitale) leermiddelen kan de kwaliteit van onderwijs worden verbeterd, doordat lesmateriaal beter aansluit bij de behoeften van leraren en leerlingen”, aldus het bericht op de website van de Rijksoverheid. Op 15 maart besloot de Ministerraad het advies van de Adviescommissie Nationaal Groeifonds ongewijzigd over te nemen en gaf daarmee groen licht voor de continuering van Impuls Open Leermateriaal. Dat betekent dat er op landelijk niveau volgende stappen kunnen worden gezet om de inzet van open leermateriaal in het funderend onderwijs te versterken.
Het programma Impuls Open Leermateriaal kan nu, na de eerste startfase die in 2022 begon, doorpakken met een meerjarenstrategie. Programmamanager Suzanne Unck: “We zijn erg blij dat door het Nationaal Groeifonds en de ministers wordt gezien welke meerwaarde het programma Impuls Open leermateriaal (IOL) voor het onderwijs heeft, we kunnen ons nu verder ontwikkelen. Binnen het programma werken we samen met heel veel leraren aan toepassingen van open leermateriaal in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en gespecialiseerd onderwijs. We kijken naar hoe open leermateriaal echt kan bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs en aan de aantrekkelijkheid van het beroep van de leraar. De volgende stap is om ons de komende jaren te richten op een stevige positie van open leermateriaal en duurzame mogelijkheden zodat leraren meer regie kunnen nemen en houden op onderwijskeuzes en de inzet van leermiddelen.”
In de komende jaren bouwt Impuls Open Leermateriaal voort op kennis die wordt opgedaan over een effectieve inzet van open leermateriaal. Dit wordt zichtbaar door meer onderzoek, maar ook op basis van alle inzichten die worden opgedaan in de 57 pilots. Daarin werken honderden scholen aan het maken, delen en gebruiken van open leermateriaal. Zij worden begeleid om dit evidence-informed te doen en de betrokken leraren geven aan wat er nog verbeterd moet worden. Op die manier wordt er structureel gewerkt aan meer kwaliteit, een betere toegankelijkheid en meer mogelijkheden voor een leerdoelgerichte en curriculumbewuste inzet van leermiddelen.
In Impuls Open Leermateriaal werken veel organisaties samen zoals de PO-Raad, Cito, Universiteit Twente en VO-content. Suzanne Unck: “Samenwerkingspartners detacheren professionals naar het programma. We werken aan meer onderzoek, het versterken van een platform als Wikiwijs en het organiseren van activiteiten met lerarenopleidingen. We bieden ook ondersteuning aan schoolbesturen die een visie en beleid willen ontwikkelen voor het gebruik van open leermateriaal. Daarmee dragen we bij aan oplossingen voor onderwijsvraagstukken zoals onderwijskwaliteit in tijden van lerarentekorten en zorgen voor meer kansengelijkheid. Het is een win-winsituatie: leerlingen leren beter, leraren zijn op een enthousiaste manier bezig met hun vak en hebben meer regie op het curriculum. De kwaliteit van het onderwijs wordt hierdoor versterkt en tegelijkertijd kun je samen ook vraagstukken oplossen waar je als leraar, school en schoolbestuur dagelijks mee te maken hebt.”
Open leermateriaal is al het educatief materiaal dat vrij en publiek beschikbaar wordt gesteld. Je kunt het zelf aanpassen, combineren, hergebruiken, bewaren en delen. Werken met open leermateriaal geeft meer regie over de keuze en inzet van middelen tijdens lessen. Leraren kunnen beter inspelen op de actualiteit, projecten vormgeven, bestaande methodes verrijken, of thematisch onderwijs vormgeven. Open leermateriaal is herkenbaar aan een Creative Commons licentie.