Diep begrip is opgebouwd uit kennis en ervaringen. Maar inzicht in de concepten van natuurkunde lukt alleen als je leerlingen aan het denken weet te zetten. In de didactische aanpak Modeldidactiek worden leerlingen zelf aan het werk gezet. Bij Modeldidactiek wordt een concept niet eerst uitgelegd, maar gaan leerlingen in groepen aan de slag met een experiment. Vaak wordt daarbij gekeken naar welke verbanden tussen grootheden verwacht worden. De leerlingen moeten daarbij zelf de aanpak voor hun experiment bedenken, maar eigenlijk worden ze heel erg gestuurd via het materiaal dat de docent beschikbaar stelt.
Op verschillende manieren worden de resultaten weergegeven op een whiteboard: via een grafiek, schematisch, in een formule of met tekst. Liliane Bouma van de NVON zegt hierover: “Als docent kun je de experimenten sturen, waardoor er verschillen tussen de groepen ontstaan. Bij de klassikale bespreking verwonderen leerlingen zich natuurlijk over die verschillen. Door de discussie die dan volgt, ontstaat er bij leerlingen veel meer inzicht dan wanneer je een formule op het bord zet en daarover opgaven laat maken.”
Een voorbeeld is de les waarbij leerlingen zelf tot een formule komen voor de valtijd van een papieren bakje en deze formule leren begrijpen met het model van krachtenevenwicht. De docentenhandleiding is hier te vinden.
“Inzicht en begrip krijg je pas echt door in de praktijk te experimenteren. Je kunt iemand vertellen wat internet is en hoe het werkt, maar je snapt het pas echt als je zelf gebruik maakt van internet. Met de concepten binnen een vak als natuurkunde werkt het net zo.”
– Liliane Bouma, NVON
“Onne Slooten, docent op het Amsterdams Lyceum kwam deze didactiek uit de Verenigde Staten tegen”, vertelt Liliane. “Hij heeft de methode uitgeprobeerd in zijn klas en vond het veelbelovend. Hij is naar Bètapartners gekomen en daar hebben we een bijeenkomst georganiseerd met een Amerikaanse trainer voor docenten en lerarenopleiders uit heel Nederland. Zij waren enthousiast en daarmee is het balletje gaan rollen.”
“Modeldidactiek geeft een goede kijk op de aard van wetenschap”, aldus Liliane. “Inzicht en begrip krijg je pas echt door in de praktijk te experimenteren. Je kunt iemand vertellen wat internet is en hoe het werkt, maar je snapt het pas echt als je zelf gebruik maakt van internet. Met de concepten binnen een vak als natuurkunde werkt het net zo.”
Dankzij subsidie van Impuls is er tijd om het materiaal van de Amerikanen (AMTA) te verkennen en lessen maken voor het Nederlandse curriculum. Een groep enthousiaste docenten is daarmee aan de slag gegaan en wordt begeleid door oud-lerarenopleider Ed van den Berg. De docenten proberen het uit in de eigen lessen, bespreken de ervaringen met elkaar en daarna wordt het openbaar gemaakt.
Niet alleen docenten die met Modeldidactiek aan de slag gaan zijn enthousiast: ook leerlingen vinden het een fijne aanpak. Liliane: “Leerlingen vinden het heel leuk om aan de slag te gaan met de experimenten, ze zijn graag actief bezig. Het is ook ideaal voor jongetjes die niet stil kunnen zitten, andere klassen zitten jaloers te kijken!”
De Nederlandse database is op dit moment nog volop in ontwikkeling. Liliane: “Iedereen die de concepten wil uitproberen is welkom, maar we plaatsen pas iets op Wikiwijs wanneer alle kinderziektes eruit zijn. Ik verwacht dat de eerste lessen in april op Wikiwijs staan.”
Hoewel er op dit moment alleen gewerkt wordt aan lessen voor het vak natuurkunde, leent de didactiek zich volgens Liliane ook voor andere bètavakken. “In de AMTA-database zit veel materiaal voor biologie en scheikunde en we hebben in oktober daar ook een deel van een sessie aan besteed. Docenten kunnen zich melden als ze ermee aan de slag willen gaan!” Liliane waarschuwt wel dat deze didactiek niet voor iedere docent geschikt is. “Modeldidactiek vereist dat je goed weet wat er in de hoofden van leerlingen omgaat. Daardoor is deze didactiek wat minder geschikt voor docenten die pas kort voor de klas staan.”
Er is budget beschikbaar voor ondersteuning bij het ontwikkelen, aanpassen en beschikbaar maken van het materiaal. Docenten die interesse en tijd hebben, kunnen contact opnemen met Liliane Bouma: liliane@lilianebouma.nl.