Op donderdag 14 november vond een inspirerende bijeenkomst plaats voor de pilots van Impuls Open Leermateriaal. Nationaal Groeifondsprogramma Impuls Open Leermateriaal (IOL) stimuleert het gebruiken, delen en maken van open leermateriaal in het basis-, voortgezet en gespecialiseerd onderwijs. De ambitie? De onderwijskwaliteit versterken en het beroep van leraar aantrekkelijker maken.
Tijdens de pilotbijeenkomst bleek dat het werken met open leermateriaal voor zowel leerlingen als leraren positief uitpakt.
“Door zelf materiaal te ontwikkelen kan ik de buitenwereld mijn klas in halen.
Dat spreekt mijn leerlingen aan. Daarbuiten gebeurt het, daar wil je bij aansluiten!”
Open leermateriaal is al het educatief materiaal dat vrij toegankelijk is en door iedereen kan worden aangepast, gecombineerd, hergebruikt, opgeslagen en gedeeld omdat het verbonden is aan een open licentie. Het biedt leraren meer regie om lessen aan te passen aan de behoeften van hun leerlingen. Leerlingen krijgen toegang tot gevarieerd en up-to-date leermateriaal dat aansluit bij hun belevingswereld en leerdoelen.
Om te ontdekken hoe open leermateriaal in de praktijk werkt en wat leraren nodig hebben om het goed in te kunnen zetten, ondersteunt IOL pilots met begeleiding en subsidie. Sinds de start van het programma zijn er 57 pilots aan de slag gegaan met het ontwikkelen en inzetten van open leermateriaal. Zij zijn in vier rondes gestart tussen 2022 en september 2024. IOL monitort en begeleidt deze pilots en de kennis die we opdoen, borgen we en maken we beschikbaar voor anderen. Zo maken we samen van open leermateriaal een volwaardige optie.
“De beweging van werken met open leermateriaal is geen revolutie. Het is een evolutie die een blijvende verandering in gang zet. “
Het doel van samenkomen met pilots, die zich in verschillende fasen bevinden, was uitwisseling. Oftewel: ervaringen delen, van en met elkaar leren en vooruitkijken naar nieuwe ontwikkelingen.
“Deze uitwisseling is zo waardevol! Je luistert naar elkaar en samen kom je stappen verder.”
Door het delen van de inzichten uit de pilots en de onderlinge uitwisseling, krijgt open leermateriaal een stevigere plek in het funderend onderwijs in Nederland. Zowel binnen het programma als daarbuiten stimuleert IOL evidence-informed werken en het ontwikkelen van kennis over open leermateriaal. Dit gebeurt onder meer door praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek binnen drie thema’s: didactiek, technologie en duurzaamheid. De thema’s zijn gekozen op basis van eerdere onderzoeken, literatuur en gesprekken met betrokkenen en deskundigen. De uitkomst van de onderzoeken helpt om open leermateriaal beter en slimmer te gebruiken. Zo verspreidt de olievlek zich steeds verder.
Inmiddels zijn meer dan 500 scholen betrokken bij de pilots. Zowel de pilots als de deelnemende scholen zijn divers, zoals blijkt uit de cijfers in de afbeelding.
Naast mooie kansen, brengt open leermateriaal uitdagingen met zich mee. Een voorbeeld is het kunnen beoordelen van de kwaliteit van open leermateriaal. IOL ontwikkelde daar een kwaliteitsmodel voor. Dit model kan gebruikt worden bij het maken van leermateriaal, wanneer leraren materiaal willen aanpassen aan hun eigen situatie of bij het vinden van het juiste materiaal op Wikiwijs.
Daarnaast vraagt open leermateriaal ook om tijd en aandacht van een onderwijsorganisatie. Hoe draagt het bij aan onderwijskwaliteit en hoe past het in visie en leermiddelenbeleid? Krijgen leraren tijd en ruimte om ermee aan de slag te gaan? Door het uitwisselen van ervaringen, het doen van onderzoek en het ontwikkelen van adequate ondersteuning in kennis en tools helpt IOL om deze uitdagingen aan te gaan.
“De steun van IOL heeft ons als school in staat gesteld om nieuwe, innovatieve manieren van lesgeven uit te proberen en echt te zien wat werkt voor onze leerlingen.”
Blijf op de hoogte over open leermateriaal en de activiteiten van IOL via onze website, meld je aan voor de nieuwsbrief of volg ons op LinkedIn.