Anne en Tamara, vierdejaars pabostudenten, hebben gekozen voor de i-minor Digitale Geletterdheid. Anne studeert aan de Thomas More Hogeschool en Tamara aan de Hogeschool Utrecht. De i-minor gaat over het gebruik en het ontwerpen van digitale en open leermaterialen. In dit interview delen zij hun inzichten uit de i-minor, hoe het ontwikkelen en gebruiken van lesmateriaal hun lessen beïnvloedt en welke effecten zij bij hun leerlingen zien.
Passie voor digitale geletterdheid
Anne, een 24-jarige student, koos voor de i-minor omdat ze de kloof zag tussen de digitale vaardigheden van leerlingen en die van veel docenten. “Veel docenten hebben nog te weinig ervaring met digitale middelen, waardoor zij deze vaardigheden niet goed overbrengen op hun leerlingen. Kinderen groeien op in een digitale wereld, dus het is belangrijk dat ze ook op school digitale wijsheid meekrijgen.”
Tamara, een 31-jarige deeltijdstudent die al werkt in groep 8, merkte dat de digitale vaardigheden tussen collega’s sterk verschillen. “Met mijn ervaring wilde ik het onderwijs op dit gebied verbeteren. Door de i-minor kan ik me specialiseren en anderen ondersteunen.”
Leerervaringen uit de i-minor
Anne en Tamara waarderen de open en flexibele opzet van de i-minor, waarbij eigen keuzes en verantwoordelijkheid centraal staan. Anne vertelt: “De vrijheid om zelf te bepalen wat ik belangrijk vind, heeft me geholpen om kritischer te denken en bewuster keuzes te maken in mijn lessen.” Tamara voegt toe: “Het zelf opstellen van beoordelingscriteria prikkelde mijn creativiteit en gaf me inspiratie om op mijn eigen manier invulling te geven aan de opdrachten.”
Zelf lesmateriaal ontwerpen
Tamara en Anne hebben zelf ook ervaring met het ontwerpen en gebruiken van lesmateriaal. Tamara vertelt over een project tijdens de Kinderboekenweek met het thema “Ik ben een uitvinder.” “Dit project sloot goed aan bij de nieuwsgierigheid van de leerlingen, omdat ze vaak al interesse hebben in onderwerpen zoals scheikunde en natuurkunde. In plaats van de standaardmethodes te volgen, hebben mijn duo-leerkracht en ik ervoor gekozen om een vakoverstijgende les te ontwerpen. De leerlingen deden verschillende proefjes waarbij ze zelf konden ontdekken hoe bepaalde scheikundige en natuurkundige processen werken.”
Anne geeft een voorbeeld uit haar geschiedenisles over de VOC, waarvoor ze eigen materiaal ontwierp met de Canon van Nederland als basis. Door specerijen mee te nemen die de leerlingen konden ruiken, wist ze hun betrokkenheid te vergroten. “Normaal gesproken haken veel kinderen snel af bij geschiedenis, maar deze keer waren ze allemaal betrokken,” vertelt Anne. Aan het einde van mijn stage gaven veel leerlingen aan dat dit hun favoriete les was. Het heeft me laten zien hoe belangrijk het is om kinderen niet te laten werken uit boekjes, maar ze dingen te laten ervaren.
Vergroten van werkplezier
Gevraagd naar de invloed van open leermateriaal op hun werkplezier, vertellen Tamara en Anne hoe deze aanpak zowel voor hen als voor hun leerlingen positief is. Tamara merkt dat ze veel energie krijgt van het zelf ontwerpen van lessen. “Als ik een les aanpas aan de behoeften van mijn leerlingen, zie ik dat ze veel enthousiaster zijn. En dat werkt weer aanstekelijk,” zegt ze. Ze voelt zich trots als haar zelfgemaakte lessen goed aanslaan en het motiveert haar om steeds meer eigen materiaal te ontwikkelen. Ook zet het haar aan het denken: “Bij vakoverstijgende lessen denk ik steeds na over vragen zoals ‘Wat is het maatschappelijk belang hiervan?’ en ‘Wat weten de kinderen hier al over?’ Ik heb vooral gewerkt met vaste lesmethodes waarbij minder ruimte was voor eigen invulling. Elke dag volg je een lesplan en help je kinderen vooral bij het maken van opdrachten. Als er tijd over is, doe je soms een extra activiteit. Ik merk dat kinderen vaak gemotiveerder zijn bij activiteiten of materiaal dat beter aansluit bij hun behoeften.”
Anne heeft positieve ervaringen met open leermateriaal, zoals bij de geschiedenisles met specerijen. Ze vond het mooi om te zien hoe deze aanpak de leerlingen actiever maakte. “Ik zag hoe betrokken de kinderen waren, en dat gaf me een goed gevoel omdat ik wist dat deze manier van leren echt bij hen paste. Tijdens mijn stages merkte ik ook dat leerlingen beter werkten met de werkbladen van Juf Bijtje dan met de methode. Ze wisten precies wat ze moesten doen en hoeveel tijd ze hadden. Bij de methode raakten ze sneller afgeleid, stelden hun werk uit of zochten afleiding, terwijl ze met de werkbladen geconcentreerder en sneller doorwerkten.”
Uitdagingen van open leermateriaal
Toch komen er ook uitdagingen bij kijken. Tamara merkt op dat onduidelijkheden rond licenties haar tegenhouden om haar materiaal breder te delen. “Ik wil mijn lessen graag delen, maar weet vaak niet wat wel en niet mag.” Anne benoemt de tijdsinvestering: “Het kost veel tijd om lessen zelf te ontwerpen, vooral naast alle andere werkzaamheden als leraar.”
De ervaringen van Tamara en Anne laten zien dat het zelf ontwerpen van leermateriaal niet alleen hun eigen plezier vergroot, maar ook de betrokkenheid van leerlingen versterkt. De i-minor heeft hen geholpen om digitale vaardigheden en open leermateriaal te integreren in hun lessen. Daarbij ontdekten zij ook de uitdagingen die horen bij het maken, delen en gebruiken van open leermateriaal. Initiatieven zoals de i-minor digitale geletterdheid helpen studenten al tijdens hun stage hiermee te experimenteren, zodat ze een stevige basis leggen voor hun toekomst als docent.