FAQ’s Regeling open leermateriaal

***De aanvraagperiode is inmiddels gesloten, je kunt geen subsidie meer aanvragen. ***

Hieronder vind je de meest gestelde vragen en antwoorden over de Regeling open leermateriaal.

Wie kunnen deze subsidie aanvragen?  

  • Bekostigde onderwijsinstellingen in het basis-, voortgezet– en gespecialiseerd onderwijs kunnen deze subsidie aanvragen voor activiteit A of B. Het bevoegd gezag vraagt de subsidie aan. De aanvrager treedt als penvoerder op in een netwerk van scholen in het  basis-, voortgezet- en gespecialiseerd onderwijs. 
  • Vakverenigingen of profielonderwijsorganisaties kunnen een aanvraag indienen voor activiteit A. Vakverenigingen moeten aangesloten zijn bij Platform FvOv of VVVO. Een profielonderwijsorganisatie moet aangesloten zijn bij het Platform Profielonderwijs.
     

Wat verstaan we onder bevoegd gezag? 

Als het gaat om onderwijs gaat het om de besturen van onderwijsinstellingen.  

Kunnen meerdere partijen een project indienen en uitvoeren? 

Ja, dat kan. Dan treedt een van deze partijen op als penvoerder. De penvoerder doet de aanvraag namens de verschillende samenwerkingspartijen en speelt een cruciale rol in het beheer en de verantwoording van subsidieprojecten. De aanvraag moet wel door alle deelnemende partijen getekend worden en er moet een samenwerkingsovereenkomst meegestuurd worden met de aanvraag.  

Kun je ook als stichting een aanvraag doen? 

Alleen partijen zoals hierboven genoemd kunnen een aanvraag indienen. Het is wel mogelijk om als stichting deel te nemen in een samenwerking met meerdere partijen, maar de penvoerder moet onder de criteria vallen van de regeling.  

Kun je ook twee aanvragen doen? 

Ja dat kan, zolang de aanvragen maar verschillend zijn in doelstelling en daadwerkelijk andere activiteiten uitvoeren. In het aanvraagportaal moet een verklaring worden gegeven dat er geen sprake is van dubbelfinanciering.

Mag je subsidie aanvragen als je al eerder middelen hebt ontvangen vanuit Impuls Open Leermateriaal?

Ja dat mag, maar alleen voor wezenlijk andere activiteiten dan waar eerder subsidie aan is toegekend. Daarnaast krijgen/organisaties die reeds middelen hebben ontvangen vanuit de Subsidieregeling Impuls open leermateriaal (2024-2027) of voor pilotprojecten gefinancierd door Kennisnet vanuit het Programmabureau Impuls open leermateriaal, een lagere score toegekend bij de beoordeling.

Kun je een nieuwe aanvraag indienen als een eerdere aanvraag in de vorige periode is afgewezen? 

Jazeker, je mag opnieuw een aanvraag indienen.

Voor welke activiteiten kun je subsidie aanvragen?

De subsidie kan worden aangevraagd voor maximaal één van de volgende twee typen activiteiten: 

  • Activiteit A: Het ontwikkelen en implementeren van open leermateriaal, bij voorkeur gericht op één of van de genoemde thema’s
    1. leesonderwijs en het versterken van geletterdheid;  
    2. sociaal-emotionele ontwikkeling, passend bij de context van de school;  
    3. burgerschap of digitale geletterdheid, gekoppeld aan leerdoelen en doorlopende leerlijnen;
    4. duurzaamheid;
    5. leermateriaal voor nieuwkomers in basisonderwijs en voortgezet onderwijs, aanvullend op ontwikkelingen op dit vlak;  
    6. leermateriaal gemaakt door en geïmplementeerd op scholen op Caribisch Nederland, passend bij vraagstukken, cultuur en taal op Caribisch Nederland;
    7. leermateriaal voor leerlingen met kenmerken van begaafdheid in het funderend onderwijs;
    8. tweetalig onderwijs of activiteiten rondom leermiddelenbeleid op het gebied van meertaligheid, met input van open leermateriaal, op bestaande kerndoelen en eindtermen gebaseerd.

OF:  

  • Activiteit B: innovatie en implementatietrajecten met betrekking tot open leermateriaal in beleid en praktijk, waaronder wordt verstaan:  
    1. visie en kiezen: vanuit een visie op leren en onderwijs komen tot open leermiddelenbeleid dat gebaseerd is op die visie zodat er een onderbouwde goed gewogen keuze voor open leermiddelen wordt gemaakt;  
    2. arrangeren, bewerken en maken: vanuit denken in leerdoelen zoeken naar geschikte open leermiddelen, arrangeren tot een leermiddelenmix van kwalitatief goed open en gesloten materiaal en eventueel op maat gemaakt materiaal;  
    3. doen en evalueren: het toepassen van de open leermaterialen in de onderwijspraktijk om te ervaren of het werkt zoals beoogd en te monitoren of het zorgt voor een verbetering van de kwaliteit van het onderwijs en vergroting van aantrekkelijkheid van het beroep van de leraar.

Mag je meerdere thema’s combineren in een aanvraag?

Ja, je mag maximaal twee thema’s combineren in je aanvraag.

Bij activiteit B worden drie onderdelen genoemd, kan het project over een van de drie gaan of alleen over alledrie de onderdelen?

De drie onderdelen die bij activiteit B genoemd staan (visie & kiezen, arrangeren, bewerken & maken en doen & evalueren) vormen samen activiteit B. Het project moet dan ook over alle drie de onderdelen gaan. 

Hoe weet ik of mijn project onder activiteit A of B valt?  

Dat hangt af van de focus en accenten die je legt bij je project. Het verschil is vooral dat activiteit A meer gaat om innovatie en ontwikkeling. Activiteit B bouwt daarop voort en gaat eerder over implementatie en impact.  

Wanneer kan ik een aanvraag doen? 

U kon subsidie aanvragen van 18 september tot en met 2 november 2024. De aanvraagperiode is inmiddels gesloten. 

Wat moet ik meesturen met de aanvraag?

Bij uw aanvraag stuurt u de volgende documenten mee:

Het is belangrijk om deze standaard formats te gebruiken, omdat dit aansluit op het beoordelingskader en de beoordelingscommissie op deze manier de aanvragen scoort.   

Wat is de looptijd van een project?

De looptijd van een project betreft drie schooljaren, 2025-2026, 2026-2027 en 2027-2028. 

Hoeveel geld is er beschikbaar? 

Er is in totaal 2.430.000 aan subsidie beschikbaar, die is verdeeld per activiteit. Wordt er meer subsidie aangevraagd dan er beschikbaar is? Dan wordt de subsidie verdeeld aan de hand van een ranking.

  • Activiteit A: subsidieplafond € 1.350.000,-  
  • Activiteit B: subsidieplafond € 1.080.000,-

Hoeveel subsidie kan ik krijgen? 

De hoogte van de subsidie is afhankelijk van de keuze voor een activiteit.

Daarnaast blijft de jaarlijkse bijdrage van € 5.000 voor activiteiten binnen het netwerk van het programma Impuls open leermateriaal gehandhaafd, met een maximum van € 15.000 over drie schooljaren. De invulling van deze activiteiten wordt na toekenning van de bijdrage met het programmabureau ingevuld. Het programmabureau bespreekt de invulling van de activiteiten, inclusief de verantwoording over deze activiteiten, met DUS-I. 

De verdeling van de maximaal beschikbare middelen inclusief de aanvullende toekenning voor een bijdrage aan het programma Impuls open leermateriaal door het programma, is als volgt:   

Activiteit

Maximaal bedrag per aanvraag 

Maximaal bedrag per aanvraag incl. aanvullende toekenning 

Activiteit A

€ 120.000,- 

€ 135.000,-  

Activiteit B

€ 120.000,-  

€ 135.000,-  

Welke subsidieverplichtingen zijn er?

  1. de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt worden uitgevoerd binnen een door de minister in de beschikking bepaalde periode; 
  2. de subsidieontvanger bespreekt ieder kwartaal de voortgang van het project met het programmabureau, verstrekt jaarlijkse tussenrapportages aan het programmabureau en werkt mee aan onderzoeken, evaluaties en monitoring;
  3. de subsidieontvanger stelt de activiteiten, genoemd in het project of de resultaten van het project gratis beschikbaar aan het hele onderwijsveld in Nederland. Bij ontwikkeling van open leermateriaal wordt het materiaal ontsloten via de licentie CC BY of CC BY-SA versie 4.0 en gemetadateerd via de publieke open-ict-infrastructuur Edurep (check voor meer informatie over licenties de algemene FAQ over open leermateriaal);
  4. de subsidieontvanger draagt het auteursrecht over aan een publiek gefinancierde organisatie;
  5. de subsidieontvanger borgt de kwaliteit van activiteiten en ontwikkelde dan wel gebruikte materialen door evidence-informed te werken. De subsidieontvanger maakt daartoe gebruik van het kwaliteitsmodel, https://www.openleermateriaal.nl/app/uploads/2024/04/Kwaliteitskader-IOL.pdf.

Moet ik kennis delen met andere organisaties? 

Ja, elke aanvrager is verplicht ook een bijdrage te leveren aan activiteiten binnen het netwerk van Impuls open leermateriaal. De activiteiten zijn gericht op kennisdeling en professionalisering tussen alle deelnemende scholen en andere organisaties van het programma Impuls Open Leermateriaal. U ontvangt hiervoor jaarlijks 5.000 aanvullende subsidie. 

Waarop moet je letten bij het indienen van het projectplan? 

Vijf criteria waar we op letten bij de selectie van aanvragen: 

  • kwaliteit van de aanvraag.  
  • netwerk en organisatie van het project.  
  • duurzaamheid en waarde van de beoogde resultaten.  
  • ambities rondom open leermateriaal. 
  • realistische en haalbare begroting.

Per type activiteit kun je in de regeling het uitgebreide beoordelingskader vinden. Hierin vindt je een uitwerking van deze criteria en waar de beoordelingscommissie dus op zal beoordelen. Daarnaast is het belangrijk dat alle onderdelen in het activiteitenplan volledig en duidelijk worden ingevuld, zodat de beoordelingscommissie de aanvraag goed kan beoordelen.

Kunnen organisaties uit Caribisch Nederland een aanvraag doen? 

De subsidieregeling Impuls open leermateriaal is alleen mogelijk voor aanvragers uit Nederland en de BES-eilanden (Bonaire, Sint-Eustasius en Saba). De BES-eilanden zijn bijzondere gemeenten van Nederland en vallen onder de Nederlandse wet- en regelgeving, waar Aruba, Curaçao en Sint Maarten zelfstandige landen zijn.  

Kunnen scholen met een eigen BRIN-nummer, maar wel onder een bevoegd gezag (bestuur) elk een aparte aanvraag doen? 

Ja dat kan. Zorg er wel voor dat in de aanvraag duidelijk is dat het om een andere school/andere scholen gaat en er dus geen sprake is van dubbelfinanciering).  

Wij delen als school ons BRIN-nummer met een andere school. Kunnen beide scholen een eigen aanvraag doen?

Ja dat kan, zolang de aanvragen maar verschillend zijn in doelstelling en daadwerkelijk andere activiteiten uitvoeren. In het aanvraagportaal moet een verklaring worden gegeven dat er geen sprake is van dubbelfinanciering. Wel is het zo dat alleen het bevoegd gezag (het schoolbestuur) een aanvraag kan doen. 

Vraagt het overkoepelend bestuur namens een school of vraagt het bevoegd gezag binnen de school de subsidie aan?

Het schoolbestuur (vaak is dat een stichting) met een bevoegd gezagnummer vraagt de subsidie aan en is daarmee penvoerder. De uitvoering van de activiteiten kunnen wel plaatsvinden in een samenwerking met meerdere partijen.

Mogen meerdere scholen binnen een schoolbestuur een eigen aanvraag doen of moeten ze met elkaar samenwerken?  

Als de activiteiten van de scholen verschillen dan kunnen de scholen een eigen aanvraag doen. Wel adviseren we om de aanvragen, voor zover dat mogelijk is, te combineren.

Als we namens een aantal scholen en samenwerkingspartners een aanvraag willen indienen, kan dat ook als niet-bekostigde organisatie? Of moet daarvoor één van de schoolbesturen penvoerder worden?   

Een niet-bekostigde instelling kan alleen een aanvraag indienen wanneer het een vakvereniging (aangesloten bij VVVO of FvOv) of een profielonderwijsorganisatie (aangesloten bij het Platform Profielonderwijs) is. Is dit niet het geval, dan treedt een van deze partijen op als penvoerder en doet deze de aanvraag. 

Is een penvoerder de directeur/directrice van een school of de bestuurders van een scholenorganisatie? 

Het bevoegd gezag is de penvoerder van het project, dit is het schoolbestuur.

Moet de penvoerder van de aanvraag aanwezig zijn bij de informatiebijeenkomst?

Iemand van de aanvragende organisatie moet aanwezig zijn geweest bij een van de informatiebijeenkomsten.

Is er een vast format hoe je open leermateriaal maakt in je activiteit?

Nee, je mag zelf bepalen hoe je open leermateriaal ontwikkelt, mits het voldoet aan alle criteria voor open leermateriaal (zie het antwoord op de vraag over subsidieverplichtingen). Vanuit het programma begeleiden we de pilots hierin en laten we zien hoe je Wikiwijs Maken kunt gebruiken voor het maken van open leermateriaal. Dit is geen verplichting.

Worden de aanvragen op volgorde van binnenkomst behandeld en beoordeeld?  

Nee, het moment van aanmelden is niet van belang. Het gaat er alleen om dat de aanvraag uiterlijk 2 november 2024 binnen is. De aanvragen worden beoordeeld door de beoordelingscommissie op een aantal criteria (zie FAQ hierboven en de website van DUS-I).

Kan ik vooraf contact leggen met andere aanvragers van projecten die mogelijk raakvlakken of overlap hebben met mijn project? 

Nee, dat kan pas na toekenning van de subsidie. In het programma faciliteren we onderlinge uitwisseling en samenwerking tussen de deelnemers van de pilots zodat ze van elkaar leren, zo delen we bijvoorbeeld praktijkverhalen van andere pilots op hetzelfde thema.

Is het een voorwaarde dat ook kennisinstituten een rol moeten spelen in de onderlinge verbinding? Of draagt dat alleen bij aan de beoordeling van het voorstel? 

Nee, dit is geen voorwaarde. Wel kijken we naar de samenwerking en impact die je beoogt met je pilot.    

Helpen jullie mee om te helpen om de doelgroep te informeren en te interesseren voor open materiaal? 

Jazeker! We werken samen met pilots om (tussen)opbrengsten op verschillende manieren te delen en onder de aandacht te brengen. Zo hebben we bijvoorbeeld samen met EVOT deze infographic ontwikkeld.   

Kan je personele kosten van de inzet van een hogeschool opvoeren, als het doel van de pilot gericht is op het basisonderwijs? 

Ja, dat kan. 

Mag het open leermateriaal alleen voor docenten zijn en niet voor leerlingen?   

Nee, het open leermateriaal zelf moet juist gericht zijn op leerlingen (wat leraren inzetten in de klas). Of wat leerlingen zelfstandig kunnen doorlopen.  

Hoe gaan jullie om met meerdere inzendingen over hetzelfde onderwerp en die qua kwaliteit overeenkomen? 

In het geval van activiteit A staat in de regeling dat bij aanvragen van gelijke kwaliteit wordt gestreefd naar een evenwichtige verdeling tussen de specifieke thema’s.  Hierdoor is er een betere spreiding over de verschillende thema’s.