Het bewerken, afstemmen op de doelgroep, of aanpassen van een kopie van het leermateriaal
Bron: Hewlett Foundation. (2023). Open education.
Arrangeren is het putten uit verschillende bronnen en het beredeneerd herschikken van informatie. Hoe dit in het onderwijs wordt vormgegeven hangt onder andere af van de content en verschillende lesstrategieën. Om leermateriaal te kunnen arrangeren, moet je als docent de volgende competenties inzetten: inzicht hebben in het curriculum, over voldoende digitale vaardigheden beschikken, out of the box kunnen denken en ontwikkelingsgericht zijn. (bron: Leerling2020)
Bronnen: Leerling2020, 2017 Wat is arrangeren? – Leerling 2020; Brink, 2010
De auteur is de schrijver of samensteller van leermateriaal. In de praktijk is niet van ieder leermateriaal dat in Wikiwijs vindbaar is, de auteur bekend, bijvoorbeeld bij verwijzing naar een website.
Auteursrecht heet ook wel copyright. Auteursrecht beschermt werken van letterkunde, wetenschap of kunst, bijvoorbeeld boeken, films, schilderijen, muziek, games, foto’s en software. Het auteursrecht is geregeld in de Auteurswet Het hoeft dus niet aangevraagd of geregistreerd te worden. Als iemand thuis achter zijn bureau een tekening maakt, heeft hij daar dus automatisch het auteursrecht op.
Als maker beslis je zelf wat er met je werk gebeurt. Je kunt zelf aangeven wat anderen wel en niet mogen met je leermateriaal door het gebruiksrecht ervan vast te leggen (licentie).
Bekijk ook de website van auteursrecht.
Het maken, bezitten en beheren van een kopie van het leermateriaal.
Bron: Hewlett Foundation. (2023). Open education.
Het combineren van het originele of aangepaste leermateriaal met ander bestaand materiaal tot nieuw leermateriaal.
Bron: Hewlett Foundation. (2023). Open education.
Een (onderwijs) community is een groep experts, waaronder vaak docenten van (verschillende) scholen, die op eenzelfde gebied werkzaam of geïnteresseerd zijn en zich rondom de gedeelde inhoudelijke expertise en/of belangstelling in een bepaalde vorm georganiseerd hebben. Dit kan bijvoorbeeld voor een vakgebied, leerniveau, thema of doelgroep zijn.
Creative Commons is een initiatief om wereldwijd flexibele en herkenbare licenties beschikbaar te maken. De verschillende licentievormen bieden auteurs, kunstenaars, wetenschappers, leraren en andere makers van auteursrechtelijk beschermde werken de vrijheid om op een flexibele manier met hun auteursrechten om te gaan. Met een keuze uit zes standaardlicenties bepaalt de maker in welke mate zijn werk verder verspreid en bewerkt mag worden, en onder welke voorwaarden.
Open leermateriaal kan worden aangegeven door een CC-BY en CC-BY-SA licentie
Daarnaast kent creative commons twee ‘verklaringen’ die ook aangeven dat het materiaal als ‘open’ kan worden beschouwd. Met CC-O wordt aangegeven dat de maker afstand heeft gedaan van het auteursrecht voor zover dat mogelijk is. En PDM (public domain mark) geeft aan dat het werk niet auteursrechtelijk wordt beschermd of dat het auteursrecht is verlopen.
Semi-open leermateriaal kan worden aangegeven door een CC-BY-NC en CC-BY-NC-SA licentie
“alleen delen” materiaal kan worden aangegeven door een CC-BY-ND en CC-BY-NC-ND licentie
Zie Creative Commons.
In het curriculum wordt opgeschreven wat leerlingen in het basisonderwijs (po) en voortgezet onderwijs (vo) op landelijk niveau moeten kennen en kunnen. Dit onderwijsprogramma wordt beschreven in onderwijsdoelen:
Bron: rijksoverheid
Opmerking: voor het Gespecialiseerd onderwijs gelden eveneens kerndoelen. Zie https://www.slo.nl/sectoren/so/kerndoelen/
Binnen het Nederlandse onderwijssysteem bestaat een behoorlijke vrijheid bij de invulling van dit curriculum. Hoe je met je leerlingen toewerkt naar de kerndoelen en eindtermen is niet vastgelegd. (bron: SLO)
Zo kan een eigen leerplan per school ontstaan dat in het algemeen ook wordt aangeduid met de term ‘curriculum’.
Curriculumbewustzijn is het bewust en in samenhang keuzes maken rond alle onderdelen van het curriculum vanuit een heldere visie en binnen de geldende kaders. (naar: Vernieuwenderwijs)
Deels open leermateriaal is educatief materiaal dat – mits het materiaal niet commercieel gebruikt gaat worden – zonder betaling kan worden opgeslagen, hergebruikt, aangepast, gecombineerd en gedeeld zonder dat er problemen ontstaan rond auteursrecht.
Hierbij kunnen wel bepaalde voorwaarden gelden, bijvoorbeeld dat de naam van de maker vermeld moet worden of dat het aangepaste werk dat je maakt onder dezelfde licentie moet worden gedeeld.
Digitale leermaterialen zijn alle digitale bronnen die als leerstof of leerinhoud (content) door leraren en/of studenten worden gebruikt in het onderwijs of een leerproces. Denk bijvoorbeeld aan teksten, afbeeldingen, geluid, video’s, digitale quizzen, presentaties en websites.
Edurep verzamelt de metadata van open leermateriaal in Nederland, zodat die leermaterialen vindbaar zijn voor docenten en scholen. Je kunt leermaterialen doorzoeken of zelf toevoegen. Deze gratis dienstverlening van Kennisnet is beschikbaar voor alle sectoren en verwerkt per maand al meer dan 3 miljoen zoekopdrachten.
Bron Kennisnet: Edurep, de index met open leermateriaal
Een eindterm beschrijft de kennis en ervaring die een leerling aan het eind van iedere onderwijsfase moet hebben.
Bron: naar: Rijksoverheid Aanpassing eindtermen bovenbouw VO
De eindtermen worden herzien, zie:
Evidence-informed werken is het maken van systematische en doelgerichte keuzes die onderbouwd worden door een combinatie van informatie uit onderzoek, praktijkkennis, en/of data uit een bij voorkeur vergelijkbare (onderwijs)context.
Bron: IOL, 2024 Visiedocument Evidence informed werken
Het gebruiken van de originele, aangepaste of geremixte kopie van het leermateriaal.
Bron: Hewlett Foundation. (2023). Open education.
Kerndoelen vormen, samen met de referentieniveaus voor taal en rekenen, de wettelijke kaders voor de kern van de onderwijsinhoud. Kerndoelen laten op hoofdlijnen zien wat belangrijk wordt gevonden om kinderen mee te geven in het basisonderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Het gaat om een globale beschrijving van belangrijke onderwijsinhouden.
Bron: naar: SLO 2023 kerndoelen
De kerndoelen worden herzien, zie:
Een keurmerk is een beeldmerk op een product of bij een beschrijving van een dienst. Het beeldmerk belooft dat een product of dienst aan de eisen voldoet die bij dat keurmerk horen (Rijksoverheid, 2024). Voor open leermateriaal is een keurmerk een indicatie die aangeeft dat het leermateriaal een bepaalde kwaliteit heeft. Aan een keurmerk (zoals we dit in Wikiwijs gebruiken) ligt een kwaliteitsmodel ten grondslag.
De kwaliteit van (open) leermateriaal wordt voor een aanzienlijk deel bepaald door de mate waarin het materiaal eraan bijdraagt aan de primaire functie ervan, nl. de leerlingen doelgericht te laten leren. Daarnaast zijn vele secundaire functies van belang bij het bepalen van de kwaliteit.
Bron: CLU 2012 Wat bepaalt de kwaliteit van digitaal leermateriaal?
Een kwaliteitsmodel is een lijst van criteria waaraan leermateriaal moet voldoen om ‘geschikt voor gebruik’ te zijn. Je kan een kwaliteitsmodel gebruiken om een beeld te vormen van de kwaliteit van leermaterialen die je wilt gaan inzetten, maar ook als uitgangspunt om zelf leermateriaal te gaan ontwikkelen. Een kwaliteitsmodel is deels contextafhankelijk.
Voor de beoordeling van open leermateriaal is een kwaliteitsmodel ontwikkeld.
Bij ‘leerdoeldenken’ ontwikkelen scholen/leraren zelf (mede op basis van landelijke doelen) eigen leerdoelen en leerprogramma’s. Zij stellen daarbij een mix van leermaterialen samen en stemmen deze af op de leerbehoeften van de leerlingen. Op die wijze willen zij toewerken naar meer persoonlijk leren en leren op maat. (Kennisrotonde, 2019; VO-content, 2021)
Een beschrijving van wat de doelgroep aan het eind van de doelperiode weet, begrijpt en kan.
Naar: SLO/IOL 2024 Handreiking onderwijs ontwikkelen vanuit leerdoelen
Leermateriaal bestaat uit alle bronnen die als leerstof of leerinhoud (content) door leraren en/of leerlingen worden gebruikt in het onderwijs of een leerproces. (Janssen & van Casteren,(2021).
Onder leermiddelen wordt alles verstaan wat door docenten en/of deelnemers wordt gebruikt (zoals boeken, presentaties, schriften, pennen, stiften, computers, elektronische leeromgevingen en smartboards) in en ten behoeve van het onderwijs of een leerproces. (Janssen & van Casteren, 2021)
De leermiddelensuite is een verzameling diensten van Kennisnet die alle metadata (informatielabels) rondom leermateriaal verzamelt en verrijkt. Op die manier zorgt de leermiddelensuite ervoor dat al het leermateriaal goed gevonden kan worden door zoekmachines, zoals Wikiwijs, Surf Edusources en Elektronische Leeromgevingen.
Op alle leermaterialen rust auteursrecht, of het nu (uitgevers)materiaal is waarvoor je moet betalen of materiaal dat vrij toegankelijk is. De maker van het materiaal kan via een licentie juridisch regelen wat wel en niet is toegestaan en onder welke voorwaarden. Zo is open leermateriaal herkenbaar aan een open licentie. De bekendste zijn de Creative Commons licenties CC-BY en CC-BY-SA.
Metadata zijn een combinatie van tekst en gestandaardiseerde gegevens die de karakteristieken van leermateriaal beschrijven, bijvoorbeeld titel, omschrijving, trefwoorden, leerniveau, vakgebied, soort leermateriaal en dergelijke. Hierdoor zijn de leermaterialen (makkelijker) vindbaar te maken voor gebruikers.
Open leermateriaal is educatief materiaal dat door iedereen in alle omstandigheden (dus ook commercieel) zonder betaling kan worden opgeslagen, hergebruikt, aangepast, gecombineerd en gedeeld, zonder dat er problemen ontstaan rond auteursrecht.
Hierbij kunnen wel bepaalde voorwaarden gelden, bijvoorbeeld dat de naam van de maker vermeld moet worden of dat het aangepaste werk dat je maakt onder dezelfde licentie moet worden gedeeld.
De 5 aspecten (ook wel 5 R’s) van ‘open’ zijn:
Bronnen: Wiley et al., 2014; Wiley, 2024 (Defining the “Open” in Open Content and Open Educational Resources – improving learning)
QTI staat voor Question and Test Interoperability, een veelgebruikt standaardformaat voor het uitwisselen van ‘beoordelingsinhoud’ zoals toetsvragen. QTI-bestanden worden als een zip-pakketje aangeleverd. Verschillende toets- en leersystemen zijn in staat QTI-bestanden aan te leveren en ook weer in te lezen.
Het met anderen delen van een kopie van het origineel, een aangepaste (revise) kopie of een gecombineerde kopie van een leermateriaal.
Bron: Hewlett Foundation. (2023). Open education.
Een vocabulaire is een lijst met woorden die betekenis heeft in een bepaalde (onderwijs)context. Een voorbeeld van een vocabulaire is een lijst gegevensdragers, of een lijst met vakken voor het basisonderwijs. Een vocabulaire is een hulpmiddel bij het metadateren en vinden van (open) leermaterialen. Zie ook: Kennisnet
Stichting VO-content ontwikkelt en onderhoudt de Stercollecties: open digitale leerlijnen voor 13 vakken in het voortgezet onderwijs.
Wikiwijs is een dienst van Kennisnet en heeft verschillende functies, namelijk het zoeken, maken en delen van leermateriaal.
Het is een zoekplatform voor (digitaal) leermateriaal. Het materiaal dat je op Wikiwijs vindt, is bijna altijd vrij toegankelijk en in veel gevallen voorzien van een open licentie. Daarnaast biedt Wikiwijs je mogelijkheden om leermateriaal te delen, doordat bestanden en links kunnen worden opgeslagen en kunnen worden voorzien van metadata.
Je kunt Wikiwijs zonder kosten gebruiken. Om materiaal te zoeken, hoef je geen account te maken. Als je zelf materiaal wilt gaan maken, delen of beoordelen in Wikiwijs, dan is een account wél nodig: je wilt immers je eigen materialen ook in een eigen omgeving kunnen opslaan. Als leraar kun je je in de meeste gevallen aanmelden met je schoolaccount. Ben je geen leraar of heb je geen schoolaccount, dan kun je een persoonlijk account aanmaken.
Een zoekalgoritme is een verzameling van regels en instructies die door een computer worden uitgevoerd. Het zoekalgoritme bepaalt welke resultaten worden gevonden en in welke volgorde deze worden getoond.